aanzichten
Vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht worden besproken. Werken met
ruimtelijke coördinaten, geleerd in de vorige les, worden gebruikt als
hulpmiddel om vanuit het ene aanzicht te beredeneren hoe het andere aanzicht
eruit moet zien. Ook terug, van voor- en zijaanzicht tot ruimtelijke figuur,
wordt geoefend.
doorsneden,
een eerste kennismaking
In de basisvorming kom je eenvoudige doorsneden tegen: snijdt een basisvorm
in tweeën en teken de afzonderlijke stukken. Het programma kan ze automatisch
genereren, op verschillende manieren. Het is goed de leerling hiermee
te laten kennis maken en te laten oefenen. Wat de leerling te moeilijk
vindt, kan het programma voordoen in een perfecte tekening!
de
vorm van een doorsnede
Het is mogelijk, een doorsnedevlak te verschuiven. Hiermee wordt automatisch
de vorm van de doorsnede gewijzigd. Aan de hand van enkele voorbeelden
wordt een vlak in enkele ruimtelijke objecten geschoven.
doorsneden
en ribben
Wanneer je twee objecten tekent, bijvoorbeeld een octaëder in een kubus,
en je wilt de doorsnede tekenen met een vlak, moet je wel kunnen aangeven,
of je de doorsnede met de kubus of met de octaëder wilt zien. Dit wordt
opgelost met het begrip ribbe. Lijnstukken die je als ribben markeert,
worden geacht het object te beschrijven.
een
object langs een doorsnede opdelen
Doorsneden zijn vaak moeilijk te begrijpen voor jonge kinderen. In deze
lesbrief wordt besproken, hoe je een object letterlijk in twee stukken
kunt laten snijden. Omdat dit als tekenfilm wordt getoond, wordt hiermee
de brug naar de werkelijkheid (film!) gebouwd. Achteraf kan met de hand
de onderlinge stand van de twee objectdelen worden gemanipuleerd.
hoekmarkeringen
Je kunt binnen het programma hoeken markeren met boogjes, en de hoekgrootte
erbij plaatsen. Dit kan zowel bij vlakke figuren als ook bij ruimtelijke.
Hierbij komen een paar specifieke problemen om de hoek kijken. Deze worden
in deze les besproken.
|